Doorzoek het forum
Zoeken met Startpagina
Startpagina Thema's
XS
Het onderwijsplan voor de JenaXL-school van het Thomas à Kempis College in de Pol in Zwolle-Zuid is na maanden van voorbereiding zo ver rond dat het op 5 februari aan belangstellenden gepresenteerd kan worden.
Eén van de uitdagingen waar de nieuwe onderwijsvorm voor komt te staan is het zoeken naar stageplekken. Praktijkonderwijs is een belangrijk onderdeel van het Jena- planonderwijs. “Alle leerlingen lopen drie keer per jaar een week stage bij een bedrijf. Er zal een speciaal bureau voor opgezet moeten worden. De vraag zal zijn: Wat kan een 14-jarige in uw bedrijf doen? In sommige gevallen zal dat bijvoorbeeld het rondbrengen van post zijn, maar dat geeft niet, dan proeven ze toch de sfeer. In eerste instantie zullen we ons richten op de ouders met het verzoek een kind mee te laten lopen bij hun werk”, licht teamleider Gijs van Andel toe.
De Jenaplanschool op vmbo- en vwo-niveau is bijzonder in Nederland en is tot stand gekomen in samenwerking met de Jenaplanbasisscholen in Zwolle en omgeving en na een marktonderzoek. “Er zijn maar vijf Jenaplanscholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Wij vonden dat deze vorm van onderwijs goed bij onze filosofie aansluit”. Dat het Thomas a Kempis College van katholieke grondslag is speelt geen rol in het hele plan. “De grondlegger van het Jenaplan-onderwijs richtte zich niet op een geloofsrichting. Er is geen instantie in Nederland die een certificaat afgeeft. Er is alleen de Nederlandse Jenaplanvereniging die twintig basisprincipes heeft geformuleerd, maar in feite kan iedereen een Jenaplanschool beginnen”, aldus Van Andel.
Naast de stages worden er ook Experiences gehouden; projecten als bijvoorbeeld een restaurantavond, waarbij alle vakken aan bod komen. “Dan wordt ‘s morgens de theorie behandeld en ’s middags de praktijk. Hoewel leerlingen de kans krijgen om zelf hun weg te zoeken naar het beste resultaat, betekent het niet ze maar wat doen. Er is een stamgroepleider die stuurt op resultaat”.
De school begint na de zomer met met de laagste groepen met 120 leerlingen, maar verwacht te groeien naar 350. Door de stageweken tegen schoolvakanties te plaatsen wordt het mogelijk leerlingen uit andere regio's (Veluwe) van dienst te zijn.
